Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lor·ren·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lorrenboer lorrenboeren
verkleinwoord lorrenboertje lorrenboertjes

Zelfstandig naamwoord

de lorrenboerm

  1. (beroep) (historisch) iemand die oude kleren opkocht en weer doorverkocht voor de fabricage van papier of poetskatoen
    • ‘En je was dan?’
      ‘Die breng je maar naar de lorrenboer. Ik zet hier geen poot meer over de vloer.’
       [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen