lorrenboeren
- Geluid: lorrenboeren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɔrə(n)ˌburə(n) / (4 lettergrepen)
- lor·ren·boe·ren
- lorrenboer met uitgang -en
de lorrenboeren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lorrenboer
- Ik kocht ook in. Grote partijen in Rotterdam voor miljoenen guldens. Maar ook van lorrenboeren aan de toonbank voor een paar tientjes. [1]
- Het woord 'lorrenboeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Scheur, J. van degeciteerd inMoleman, H. & L. Nicolasen"Ik dacht altijd dat ik het beter wist" in: De Volkskrant jrg. 68 nr. 19942 (10-03-1990); p. 61 (Vervolg 3) kol. 5; geraadpleegd 2019-01-11