Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lor·ren·boe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de lorrenboerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lorrenboer
    • Ik kocht ook in. Grote partijen in Rotterdam voor miljoenen guldens. Maar ook van lorrenboeren aan de toonbank voor een paar tientjes. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen