lombok
- lom·bok
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘Spaanse peper’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
- uit het Indonesisch lombok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lombok | lomboks |
verkleinwoord | lombokje | lombokjes |
lombok m
- Het woord lombok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lombok" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lombok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- lom·bok
lombok
- IPA: /lɔmbɔʔ/
lombok