• lok·oma
enkelvoud meervoud
naamwoord lokoma lokoma's
verkleinwoord lokomaatje lokomaatjes

de lokomam

  1. (juridisch) undercoveragente die, verkleed als een bejaarde vrouw, ingezet wordt om mogelijke tasjesrovers op heterdaad te kunnen betrappen
     De lokoma zag eruit als een een gewone oma, de lokjood zal eruitzien als een jood met keppel.[1]
     Een 25-jarige agente van de Bossche politie heeft de afgelopen week op straat als ‘lok-oma’ gefungeerd. En niet zonder succes. Verkleed en geschminkt als een oud vrouwtje en geflankeerd door acht agenten in burger wandelde ze door de stad in de hoop tasjesrovers te betrappen.[2]
  • lok-oma
  1.   Weblink bron
    Ingmar Vriesema
    “De stelling van Frank Bovenkerk: politie die een lokjood inzet, bewijst zichzelf geen dienst” (26 juni 2010) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron Succes Bossche politie met ‘lok-oma’ in: de Stem (14-01-1989), p. 1