lokoma
- lok·oma
- samenstelling van lok ww en oma zn , (neologisme) bedacht in 1989
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lokoma | lokoma's |
verkleinwoord | lokomaatje | lokomaatjes |
de lokoma m
- (juridisch) undercoveragente die, verkleed als een bejaarde vrouw, ingezet wordt om mogelijke tasjesrovers op heterdaad te kunnen betrappen
- ▸ De lokoma zag eruit als een een gewone oma, de lokjood zal eruitzien als een jood met keppel.[1]
- ▸ Een 25-jarige agente van de Bossche politie heeft de afgelopen week op straat als ‘lok-oma’ gefungeerd. En niet zonder succes. Verkleed en geschminkt als een oud vrouwtje en geflankeerd door acht agenten in burger wandelde ze door de stad in de hoop tasjesrovers te betrappen.[2]
- lok-oma
- Het woord lokoma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Ingmar Vriesema“De stelling van Frank Bovenkerk: politie die een lokjood inzet, bewijst zichzelf geen dienst” (26 juni 2010) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Succes Bossche politie met ‘lok-oma’ in: de Stem (14-01-1989), p. 1