loftuiting
- Geluid: loftuiting (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɔftœytɪŋ / (3 lettergrepen)
- lof·tui·ting
- In de betekenis van ‘het verkondigen van lof’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
- Naamwoord van handeling van het Middelnederlandse werkwoord lovetuten of loftuten (vleien) met het achtervoegsel -ing. Deze werkwoorden zijn samengesteld uit lof en tuiten (bazuinen, trompetten).[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loftuiting | loftuitingen |
verkleinwoord | loftuitinkje | loftuitinkjes |
de loftuiting v
- een lovende opmerking
- Het woord loftuiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loftuiting" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "loftuiting" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ https://web.archive.org/web/20090709085919/http://www.onzetaal.nl/advies/loftuit.php
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be