loft
- Geluid: loft (hulp, bestand)
- IPA: / lɔft / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /lɔft/
- (Vlaanderen, Brabant): /lɔft/
- (Limburg): /lɔf/
- loft
- Ontleend aan het Engelse loft.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loft | lofts |
verkleinwoord | loftje | loftjes |
de loft m
- (bouwkunde) een grote woning die doorgaans uit één ruimte bestaat die de bewoner naar eigen inzicht kan indelen
- De term loft verwijst veelal naar oude fabrieken en pakhuizen die omgebouwd zijn tot woningen.
- Het woord loft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loft" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA:
- (Received Pronunciation) /lɔft/
- (General American) /lɒft/
- loft
- [1-3] Ontwikkeld uit het Oudengelse loft, waar het ontleend was uit het Oudnoorse lopt ("lucht, hemel").
- [4] Verkort uit loft apartment.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
loft | lofts |
loft
- IPA: /lɔft/
loft o