Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loft
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Engelse loft.
enkelvoud meervoud
naamwoord loft lofts
verkleinwoord loftje loftjes

Zelfstandig naamwoord

de loftm

  1. (bouwkunde) een grote woning die doorgaans uit één ruimte bestaat die de bewoner naar eigen inzicht kan indelen
    • De term loft verwijst veelal naar oude fabrieken en pakhuizen die omgebouwd zijn tot woningen. 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA:
    • (Received Pronunciation) /lɔft/
    • (General American) /lɒft/
Woordafbreking
  • loft
Woordherkomst en -opbouw
  • [1-3] Ontwikkeld uit het Oudengelse loft, waar het ontleend was uit het Oudnoorse lopt ("lucht, hemel").
  • [4] Verkort uit loft apartment.
enkelvoud meervoud
loft lofts

Zelfstandig naamwoord

loft

  1. vliering, zolder
  2. tribune, galerij
  3. duiventil
  4. loft


IJslands

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

loft o

  1. lucht
  2. hemel
  3. zolder
  4. plafond