literair
- li·te·rair
- afgeleid van het Franse littéraire (met het achtervoegsel -air)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | literair | literairder | literairst |
verbogen | literaire | literairdere | literairste |
partitief | literairs | literairders | - |
literair [1]
- (letterkunde) behorend tot, betrekking hebbend op de literatuur
- Mijn werk is al gepubliceerd in een aantal literaire tijdschriften.
- Dramatisch en literair gezien heeft het boek niet veel om zijn lijf.
- ▸ In die jaren schreef hij ook zijn bekendste kinderboeken. Hij deed dat er zo'n beetje bij, in vakanties. Geen literaire meesterwerken, maar sommige worden nog steeds gelezen. De verfilming van Oorlogswinter uit 2008 trok bijna een miljoen bioscoopbezoekers.[2]
- Het woord literair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "literair" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
Dik Verkuil“Het vertrouwen van Jan Terlouw was zijn kracht en zijn zwakte” (16 mei 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be