limousine
- li·mou·si·ne
- geoniem van Frans limousine, in de betekenis van ‘gesloten luxeauto’ aangetroffen vanaf 1910 [1]
Het woord is afgeleid van de provincie Limousin die weer verwijst naar de Lemovices , de Gallische stam die zich tussen 700 en 400 voor Christus in dat gebied had gevestigd.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | limousine | limousines |
verkleinwoord | limousientje | limousientjes |
de limousine v
- verlengde luxueuze auto waarin meestal meer dan vier personen vervoerd kunnen worden
- In een limousine wordt vaak een vip of een persoon die bekend is vervoerd.
- ▸ Hiermee was het tijd geworden voor het vertrek naar het bestuursdiner in restaurant Riche, of 'Nouveau Riche', zoals directeur Solveig grapte. De limousine was besteld.[2]
1. verlengde luxueuze auto waarin meestal meer dan vier personen vervoerd kunnen worden.
- Het woord limousine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "limousine" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "limousine" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be