Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijst·aan·voer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijstaanvoerder lijstaanvoerders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lijstaanvoerderm

  1. (politiek) iemand op de eerste plaats staat van de kandidatenlijst van een partij in een verkiezing
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid