• le·van·de
  • Bijvoeglijke gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord leva met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie 874
stellend vergrotend overtreffend
levande


levande

  1. bestaand, levend, levendig
  2. (figuurlijk) dynamisch, levendig, levendig vorm geven (bijv. het onderwijs)
  3. (figuurlijk), (fotografie) levensecht
  • Geen verbuiging
  • [1]: i levande livet
in het echte leven
  • [1]: inte veta sig någon levande råd
geen raad meer weten
  • [1]: levande legend
een levende legende
  • [1]: levande ljus
een kaars
  • [1]: levande musik
livemuziek
  • [1]: levande varelse
een organisme
  • [1]: levande väsen
organismen / organismes
  • [1]: nu levande
hedendaags
  • [1]: se ut som ett levande frågetecken
uituien als een levend vraagteken

levande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van leva