lessenaar
- les·se·naar
- van Middelnederlands lessenare/lessenere, in de betekenis van ‘schuin blad op voetstuk ter ondersteuning van geschrift’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- afgeleid van les met het achtervoegsel -enaar [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lessenaar | lessenaars |
verkleinwoord | lessenaartje | lessenaartjes |
- meubel met een hellend bovenblad als overzichtelijke plaats voor een te lezen of te schrijven tekst
Vaak is er onder het bovenblad een bergplaats. De omvang kan sterk uiteenlopen: een open kastje dat op een tafel wordt gezet, een hoog meubel dat zelf op de grond staat en in kerken en scholen kan het ook om een constructie met een zitplaats gaan.- Op een hete middag stapte Johnson als kersverse premier uit zijn dienstauto voor 10 Downing Street. Hij nam plaats achter de lessenaar, met de deur naar zijn ambtswoning achter zich, en hield een toespraak vol ambitie, overlopend van branie, gelardeerd met zelfvertrouwen. [4]
- (muziek) standaard om bladmuziek op te plaatsen
- Hij had een stevige lessenaar die wel tegen de wind bestand was.
- altaarlessenaar, kantoorlessenaar, koorlessenaar, muzieklessenaar, schakellessenaar, schrijflessenaar, stuurhuislessenaar, stuurlessenaar, vioollessenaar
1. een standaard om bladmuziek op te plaatsen
- Het woord lessenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lessenaar" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lessenaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lessenaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Garschagen, M.Johnson wervelt richting No Deal-Brexit (24 juli 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-08-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be