• le·ges
enkelvoud meervoud
naamwoord - leges
verkleinwoord - -

de legesmv

  1. kosten die moeten worden betaald voor een handeling van een overheid
88 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[4]


  • le·ges
Naar frequentie 11474

leges

  1. genitief onbepaald mannelijk enkelvoud van lege