leges
- le·ges
- alleen meervoud, van middeleeuws Latijn leges, in de betekenis van ‘administratieve heffingen’ voor het eerst aangetroffen in 1545 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | leges |
verkleinwoord | - | - |
de leges mv
- kosten die moeten worden betaald voor een handeling van een overheid
- Het woord leges staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leges" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ leges op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "leges" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- le·ges
Naar frequentie | 11474 |
---|
leges