• le·ger·ste·de
enkelvoud meervoud
naamwoord legerstede legersteden
verkleinwoord

de legerstedev / m

  1. plaats waar soldaten verblijven
  2. plaats waar men kan slapen, bed
     Terwijl hij ons binnenleidt in deze wet van de apostel en in de studie van het Evangelie en dezelfde dingen zegt die Christus zegt, voegt hij er nog een aansporing aan toe door te zeggen: „Spreekt in uw harten, pijnig uzelf daarover op uw legerstede.” Wat wil deze tekst zeggen?[2]
69 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Johannes Chrysostomus
    “Rechtbank van het geweten” (20-09-2019), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be