leeuwin
- leeu·win
- van Middelnederlands leeuwinne / lewinne, op te vatten als afgeleid van leeuw met het achtervoegsel -in, in de betekenis van ‘vrouwelijke leeuw’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leeuwin | leeuwinnen |
verkleinwoord | leeuwinnetje | leeuwinnetjes |
de leeuwin v
- (dierkunde) vrouwtje van de leeuw
1. vrouwtje van de leeuw
- Het woord leeuwin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leeuwin" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ leeuwin op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "leeuwin" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be