leegheid
- leeg·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leegheid | leegheden |
verkleinwoord |
de leegheid v
- iets wat zonder betekenis of enige belangrijke inhoud is, iets nietszeggends
- Ook las ik een interview en zag ik een televisiefragment over het hete nieuws dat premier Mark Rutte graag naar Boer zoekt vrouw kijkt en denkt dat boer Herman en Fleur de meeste kans maken op een succesvolle match. Tijdens het kijken nuttigt hij dan graag een kopje koffie. Met een koekje. Deze campagne wordt gekenmerkt door een ondraaglijke leegheid.[1]
- "Vergeet niet dat plezier niet afhankelijk is van de omstandigheden waarin je verkeert. Sommige van 's werelds meest ongelukkige mensen zijn juist degenen waarvan de omstandigheden benijdenswaardig lijken. Mensen die carrièretechnisch aan de top van de ladder staan, worden vaak verrast door de leegheid van het bestaan", zo is onder meer te lezen in de passage.[2]
- Klaarblijkelijk kan dit bureau niet onderbouwen wat het heeft onderzocht en kunnen hun Europese uitkomsten totaal op toeval gebaseerd zijn. Leegheid der Leegheden. 'Eén ding moet ik ze nageven: het is wel congruent met het beeld van HRM-afdelingen… mooie plaatjes, weinig inhoud, veel inspanningsverplichting, weinig resultaatverantwoordelijkheid. Niet zo gek dat directeuren weinig belang hechten aan deze discipline. Een gemiste kans, die heel duur voor het bedrijf kan uitpakken[3]
1. iets wat zonder betekenis of enige belangrijke inhoud is, iets nietszeggends
- Het woord leegheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leegheid" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Telegraaf MARCEL PEEREBOOM VOLLER 05 mrt. 2017
- ↑ de Telegraaf MARCEL PEEREBOOM VOLLER 07 okt. 2016
- ↑ de Telegraaf 06 okt. 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be