leefwereld
- Geluid: leefwereld (hulp, bestand)
- leef·we·reld
- samenstelling van leef ww en wereld [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefwereld | leefwerelden |
verkleinwoord | leefwereldje | leefwereldjes |
- dat deel van de wereld waarin men leeft volgens het eigen gevoel
- Is er ruimte in de markt voor nog een christelijke titel? „Wij denken van wel. Uit een grootschalige marktonderzoek dat we hebben laten uitvoeren blijkt ook dat christelijke jongeren behoefte hebben aan een nieuwe titel die is toegesneden op hun leefwereld. Die uitkomst past bij wat de EO en het Nederlands Dagblad zien in hun kijk- en lezersonderzoeken: ze hebben steeds meer moeite jongeren te bereiken. Dat demografische gat proberen wij te vullen.”[2]
1. dat deel van de wereld waarin men leeft volgens het eigen gevoel
- Het woord leefwereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leefwereld" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Reinier Kist 30 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be