lasoog
- las·oog
- samenstelling van las ww en oog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lasoog | lasogen |
verkleinwoord | lasoogje | lasoogjes |
het lasoog o
- (medisch) hoornvliesontsteking door blootstelling aan uv-straling
- Hij kreeg lasogen door bij het laswerk te lang in de vlam te kijken.
1. hoornvliesontsteking door blootstelling aan uv-straling
- Het woord 'lasoog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.