lasband
- las·band
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lasband | lasbanden |
verkleinwoord |
de lasband m
- tape waarmee men zaken met elkaar kan verbinden
- metalen band waarmee men met elkaar verbonden stukken hout nog steviger aan elkaar kan vastmaken
- [1] plakband
1. tape waarmee men zaken met elkaar kan verbinden
- Het woord 'lasband' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lasband" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be