• las·band
enkelvoud meervoud
naamwoord lasband lasbanden
verkleinwoord

de lasbandm

  1. tape waarmee men zaken met elkaar kan verbinden
  2. metalen band waarmee men met elkaar verbonden stukken hout nog steviger aan elkaar kan vastmaken
63 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[2]