landmark
- Geluid: landmark (VK) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlændmɑɹk/
- erfwoord via het Middelengels van Angelsaksisch landmearc, West-Germaans *landamarku.
- samenstelling van land zn en mark zn
enkelvoud | meervoud |
---|---|
landmark | landmarks |
landmark
- (scheepvaart), (luchtvaart) landmerk, een markant punt in een landschap
- baken zn
- (figuurlijk) mijlpaal
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to landmark |
he/she/it | landmarks |
verleden tijd | landmarked |
voltooid deelwoord |
landmarked |
onvoltooid deelwoord |
landmarking |
gebiedende wijs | landmark |
landmark
- overgankelijk (een gebouw, terrein e.d.) als landmark aanwijzen