Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·grens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landgrens landgrenzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de landgrensv / m

  1. de grens tussen twee landen
  2. de grens tussen twee landen op het vaste land
     Met deze overeenkomst is die staat van oorlog nog niet beëindigd. En ook de betwiste landgrens is in de onderhandelingen buiten beschouwing gelaten. Toch zou een akkoord in de kwestie een voorzichtige stap in de goede richting kunnen zijn in de gespannen relatie tussen de buurlanden.[2]
     Volgens een politieverklaring zouden de vijf verdachten sinds eind oktober 2022 hebben geholpen met de overtocht van zeker honderd mensen. Met boten wisten de migranten de rivier de Evros over te steken, die langs de noordoostelijke Griekse landgrens met Turkije loopt.[3]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Ties Brock
    “Israël meldt 'historisch akkoord' met Libanon over zeegrens” (Dinsdag 11 oktober 2022, 16:52), NOS
  3.   Weblink bron “Vijf Griekse douanebeambten gearresteerd wegens hulp aan mensensmokkelaars” (30-05-2023), Tubantia