• land·bouw·grond
enkelvoud meervoud
naamwoord landbouwgrond landbouwgronden
verkleinwoord landbouwgrondje landbouwgrondjes

de landbouwgrondm

  1. (landbouw) land dat geschikt is (gemaakt) voor het verbouwen van voedselgewassen
    • In de flevopolders zijn vruchtbare landbouwgronden. 
    • Groningen heeft op het hoge land de meest productieve landbouwgronden van Nederland. 
  1. cultuurgrond, akkerbouwgrond