lafaard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laf·aard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lafaard | lafaards |
verkleinwoord | lafaardje | lafaardjes |
Zelfstandig naamwoord
lafaard m
- iemand die door zijn angst wegvlucht uit gevaarlijke situaties
- Die lafaard liet ons in de steek toen we hem het hardst nodig hadden.
Synoniemen
- (informeel) lafbek
Vertalingen
1. iemand die door zijn angst wegvlucht uit gevaarlijke situaties.
Gangbaarheid
- Het woord lafaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lafaard" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be