Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • lach·meeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lachmeeuw lachmeeuwen
verkleinwoord lachmeeuwtje lachmeeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de lachmeeuwv / m

  1. (steltloperachtigen) Leucophaeus atricilla   een vogel uit de familie van de meeuwen (Laridae). Tot 2005 werd de soort in het geslacht Larus   geplaatst, maar op basis van onderzoek aan mitochondriaal DNA wordt de soort nu in het geslacht Leucophaeus   ondergebracht. Verwarrend is, dat de kokmeeuw in de Duitse taal Lachmöwe (lachmeeuw) heet. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Larus atricilla gepubliceerd door Carl Linnaeus
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie