laboratoriumachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  laboratoriumachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• la·bo·ra·to·ri·um·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van laboratorium met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	laboratoriumachtig	laboratoriumachtiger	laboratoriumachtigst
verbogen	laboratoriumachtige	laboratoriumachtigere	laboratoriumachtigste
partitief	laboratoriumachtigs	laboratoriumachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

laboratoriumachtig

1. gelijkend op of eigenschappen hebbend van een laboratorium

   • Hij woonde in een duur, laboratoriumachtig, steriel, ongezellig, wit huis waar je geen pluisje op de grond zag liggen 

Synoniemen

• kil, schoon

Gangbaarheid

• Het woord laboratoriumachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.