• kwan·tum·schuim
enkelvoud meervoud
naamwoord kwantumschuim -
verkleinwoord - -

het kwantumschuimo

  1. (natuurkunde) theoretische voorstelling van het universum op de allerkleinste schaal als een voortdurend ontstaan en verdwijnen van materie en antimaterie, net als de belletjes in zeepsop
     Op theoretisch niveau proberen talloze onderzoekers te ontrafelen wat zich afspeelt op een schaal die nóg veel kleiner is dan die van elektronen, muonen of neutrino’s. Zodra ze inzoomen tot een schaal van zo’n 10-35 meter – oftewel de Planck-schaal – doemen de contouren op van de ruimtetijd. Die ruimtetijd golft en fluctueert – deeltjes ontstaan spontaan, om even abrupt weer in het niets (of in andere dimensies?) te verdwijnen. En naarmate de geleerden verder in de diepte ‘kijken’, worden de fluctuaties alleen maar heviger. Die turbulentie van de ruimtetijd heet ruimtetijdschuim, maar is beter bekend onder de naam kwantumschuim.[1]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Ed Croonenberg & Aschwin Tenfelde
    Het bubbelbad

    van de kosmos in: Scientific American (Dutch Edition) (maart 2006), p. 63