kunstoog
  • kunst·oog
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstoog kunstogen
verkleinwoord

het kunstoogo

  1. een door de mens gemaakte cosmetische vervanging van een verloren gegaan oog; glazen oog
    • De oogartsen verwachtten dat het oog blind zou blijven en dat het na een aantal jaar zou verschrompelen, zodat ik een kunstoog nodig zou hebben.[2] 
    • De Amerikanen maten de ogen en wimpers van 22 soorten zoogdieren in het natuurhistorisch museum en knutselden vervolgens en kunstoog van aluminium in elkaar met verstelbare oogwimpers eromheen, dat ze bestudeerden in een windtunnel. Anders dan neusharen verzamelen wimpers geen stofjes, maar geleiden ze luchtstromen', concluderen de wetenschappers.[3] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Henk Wolf / Murk Schaafsma 23-SEPTEMBER-2017
  3. Volkskrant Maarten Keulemans 26 februari 2015
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be