Nederlands

de Fokker Friendship met een kruissnelheid van 450 km per uur
Uitspraak
Woordafbreking
  • kruis·snel·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruissnelheid kruissnelheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kruissnelheidv

  1. (verkeer) snelheid waarmee een voertuig zich efficiënt over langere afstanden kan voortbewegen
    • Een verkeersvliegtuig heeft meestal een kruissnelheid van ongeveer 900 km per uur. 
    • Volgens de provincie Gelderland is de gemiddelde kruissnelheid van de speed-pedelec[sic!] 32 kilometer per uur, wat de snelheidsverschillen op het fietspad en op de rijbaan in een ander daglicht plaatst.[2] 
    • Enkele maanden later ging een aparte cel voor online opsporingen van start bij de federale politie. Die ‘Internet Referral Unit’ (IRU) is intussen op kruissnelheid. Met behulp van een anonieme gsm en internetverbinding laten de speurders minstens dagelijks terroristische en extremistische accounts verwijderen door de bedrijven die de populaire sociale media beheren.[3]  
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen