Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • krom·hals
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kromhals kromhalzen
verkleinwoord kromhalsje kromhalsjes

Zelfstandig naamwoord

de kromhalsm

  1. dier of ding met een kromme hals
  2. (bloemplanten) Anchusa arvensis   een eenjarige, kruidachtige plant uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae  ). De soort dankt haar Nederlandse naam aan de gebogen bloembuis. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten   als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen