kringwinkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kringwinkel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kring·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kring zn en winkel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kringwinkel | kringwinkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kringwinkel m
- winkel waar men tweedehandsspullen verkoopt; winkel waar men overbodige spullen verzamelt
- ▸ Vreemde vaststelling: boeken die op stapels op de vloer liggen, verliezen de uitstraling die ze hadden toen ze samen op de planken stonden. Ineens zijn ze oud papier. De Slegte wil ze niet, de kringwinkel is anoniem, het containerpark lijkt me een cynisch einde. Ik maak er stapels van volgens lukrake thema’s: ‘autisme’, ‘19de-eeuws Brits’, ‘modern Amerikaans’, ‘Vlaamse klassiekers’ en post ze met foto op 2dehands.be. Gratis op te halen. Zo leer ik Alex kennen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kringwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hoe geef je je boekenkast door?” (29/04/2023 om 05:00), De Standaard