• krim·pend
vervoeging van: krimpen
verbogen vorm: krimpende

krimpend

  1. onvoltooid deelwoord van krimpen
stellend
onverbogen krimpend
verbogen krimpende
partitief krimpends

krimpend

  1. kleiner wordend
    • ,,Door het samenvoegen van de volumes van de twee netwerken worden schaalvoordelen gerealiseerd’’, meldt PostNL. ,,Dit is belangrijk om de post betaalbaar te houden in een krimpende markt.’’ [1] 
    • Volgens De Haas was het huidige bankroet via een meer ‘flexibele wetgeving’ te voorkomen geweest. ,,Deze nieuwe wet werkt in een krimpende bedrijfstak als de onze echter eerder als een ‘a-sociaal plan’ en dwingt ons de mensen op straat te zetten’’, stelt de teleurgestelde topman. [2]