kookplaat
- kook·plaat
- In de betekenis van ‘elektrisch kooktoestel’ voor het eerst aangetroffen in 1933 [1]
- samenstelling van kook ww en plaat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kookplaat | kookplaten |
verkleinwoord | kookplaatje | kookplaatjes |
- (huishouden) (elektrisch) kooktoestel dat speciaal is gemaakt om te koken en dus niet een kachel waarop ook gekookt kan worden
- Van Kuijk (40), naast onderzoeker ook een succesvol cabaretier, publiceerde vorige week een bundeling van zijn Volkskrant-columns onder de titel Hoe moeilijk kan het zijn? Een hilarische en herkenbare verzameling ergernissen in de omgang met wekkerradio’s, televisies, kookplaten, chipcards, navigatiesystemen en de andere verworvenheden van de digitale wereld. [3]
- Het woord kookplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kookplaat" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kookplaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kookplaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Warna Oosterbaan 17 oktober 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be