• ko·lo·ni·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
koloniseren
koloniseerde
gekoloniseerd
zwak -d volledig

koloniseren [2]

  1. (politiek) koloniën vormen
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]