kofimama
- ko·fi·ma·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kofimama | kofimama's |
verkleinwoord |
de kofimama v
- (bloemplanten) bepaald soort koraalboom, Erythrina fusca , die in Suriname vaak als schaduwboom in de koffieteelt gebruikt werd
- ▸ Een voor vele Surinamers bekend botanisch relict is de kofimama (Erythrina fusca).[1]
- koffiemama (uitspraakvariant)
1. bepaald soort koraalboom, Erythrina fusca
- Het woord 'kofimama' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Thiëmo HeilbronHet vergeten erfgoed; wat vertellen planten over de plantagegeschiedenis van Suriname? in: OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis., jrg. 32 nr. 2 (november a2013), Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, Nijmegen / KIT Publishers, Amsterdam, p. 98
- samenstelling van kofi zn "koffieplant" en mama zn "moeder"
kofimama