knuffelbeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knuffelbeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knuf·fel·beer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knuffel ww en beer [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knuffelbeer | knuffelberen |
verkleinwoord | knuffelbeertje | knuffelbeertjes |
Zelfstandig naamwoord
de knuffelbeer m
- (speelgoed) een speelgoedbeer gemaakt van een zachte stof zodat het prettig is hem te aaien en te knuffelen
- Mijn dochter heeft nog steeds een knuffelbeer in bed als ze gaat slapen.
- een mannelijk persoon met de eigenschappen van een knuffelbeer zoals hierboven beschreven
- De handeling speelt zich grotendeels af in tbs-kliniek De Regenboog, waar veel kleurrijke figuren rondlopen. Herre (Cees Geel) vindt alles ‘verskrikkelijk’, Hakim (Maarten Heijmans) ziet in alle vrouwen een hoer en knuffelbeer Flip (Dennis Grotenhuis) tafeltennist het liefst. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord knuffelbeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knuffelbeer" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC André Waardenburg 2 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be