knopsprietje
- (IPA in voorbereiding)
- knop·spriet·je
- samenstelling van knop zn en sprietje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knopsprietje | knopsprietjes |
verkleinwoord |
het knopsprietje o dim. tant.
- (rechtvleugeligen) Myrmeleotettix maculatus een rechtvleugelig insect uit de familie veldsprinkhanen (Acrididae), onderfamilie Gomphocerinae
- Het woord 'knopsprietje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.