rechtvleugelig
- Geluid: rechtvleugelig (hulp, bestand)
- IPA: / rɛxtˈfløɣələx / (4 lettergrepen)
- recht·vleu·ge·lig
- terugvorming uit rechtvleugeligen zn , op te vatten als samenstellende afleiding van recht bn en vleugel zn met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | rechtvleugelig |
verbogen | rechtvleugelige |
partitief | rechtvleugeligs |
rechtvleugelig
- (dierkunde) behorend of met betrekking tot de orde Orthoptera , insecten met rechte, lederachtige vleugels, die meestal een langwerpige lichaamsbouw, lange voelsprieten en sterk vergrote achterste poten hebben, zoals sprinkhanen en krekels
- ▸ Dit rechtvleugelig insect uit de familie der springers kwam voorheen buiten de grote steden veel voor in woonhuizen.[2]
- Het woord 'rechtvleugelig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Verloren woorden in: Het vrije volk, jrg. 46 nr. 13221 (9 juli 1990), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 2 kol. 1