knoerthard
- Geluid: knoerthard (hulp, bestand)
- IPA: / ˈknurthɑrt / (2 lettergrepen)
- knoert·hard
stellend | |
---|---|
onverbogen | knoerthard |
verbogen | knoertharde |
partitief | knoerthards |
knoerthard
- met grote kracht, heel snel, met hoge intensiteit
- met heel luide toon, met een groot volume aan geluid
- ▸ Met Ajax aan kop in de eredivisie is de Johan Cruijff Arena een bastion van blije mensen. Ajacieden, jong en oud, in colbert of jurk, met of zonder rood-witte sjaal, deinen op knoertharde beats en het aloude Amsterdamse repertoire, met Danny de Munk en zijn ode aan Mokum.[5]
- ▸ Bas Heijne gaat achter zijn schrijftafel zitten, doet een koptelefoon op, kiest een disconummer, zet het volume op knoerthard en drukt op de knop repeat.[6]
- heel stevig, niet meegevend met een kracht van buiten
- Het woord knoerthard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ knoerthard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Peter van der Ploeg“Delain: ‘Wij zijn echt geen heilige boontjes’” (5 februari 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Frits Abrahams“Maatregelenpakket” (28 augustus 2009) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Fabian van der Poll“Slechter kan het seizoen niet worden voor PSV” (2 februari 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Hella Rottenberg“‘Je leert dingen steeds beter begrijpen’” (14 november 2013) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Caroline van Keeken & Bo van Houwelingen“Hete kroketten en knoerthard staal” (14 november 2014) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Lucas Brouwers“Van wie is al die oude poep?” (7 december 2013) op nrc.nl