klokkentoren
- Geluid: klokkentoren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɔkə(n)ˌtorə(n) / (4 lettergrepen)
- klok·ken·to·ren
- van Middelnederlands clockentoorn / clocktoorn, op te vatten als samenstelling van klok zn en toren zn met het invoegsel -en- [1]
De oorspronkelijke betekenis heeft betrekking op luidklokken, de tweede betekenis die verwijst naar uurwerken is pas later ontstaan.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokkentoren | klokkentorens |
verkleinwoord | klokkentorentje | klokkentorentjes |
de klokkentoren m
- (bouwkunde) smal hoog bouwwerk met bovenin een of meer lui- of slagklokken of een carillon
- De galmgaten in de klokkentoren hadden geen galmborden.
- ▸ Er ontvouwde zich een geraffineerd panorama bij de bocht. Aan het einde van de kade langs de gracht, die met eenvoudige meerpalen van blank hout was gearceerd, was de slanke boog van de Ponte del Gafaro getekend voor de oudroze gevel van een laag palazzo, die was voorzien van zeven hoge puntige ramen in een witmarmeren sponning en werd bekroond met de klokkentoren van een kerk daarachter.[2]
- (bouwkunde) smal hoog bouwwerk met bovenin een of meer wijzerplaten van een uurwerk
- ▸ Tot zes jaar geleden deed de klokkentoren bij het Eindhovense station ook dienst als schoorsteen.[3]
1. smal hoog bouwwerk met bovenin een of meer lui- of slagklokken of een carillon
2. smal hoog bouwwerk met bovenin een of meer wijzerplaten van een uurwerk
- Het woord klokkentoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klokkentoren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 24
- ↑ Weblink bron “In de klokkentoren van het station” (19 april 2011) op ed.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be