kleurengamma
- kleu·ren·gam·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleurengamma | kleurengamma's |
verkleinwoord |
de kleurengamma v / m, het kleurengamma o
- een reeks in elkaar overvloeiende bij elkaar passende kleuren
- ▸ Bij het bereiken (binnenkort ongetwijfeld) van het absolute blauw, zou voor het eerst sinds ze hun langzame reis langs het kleurengamma begonnen - van oranje via rood naar paars en alle schakeringen daartussen - elke inmenging van rood verdwenen zijn.[2]
- de verzameling kleuren die door dat apparaat kunnen worden weergegeven
- ▸ De witbalans is ook van invloed. Als bijvoorbeeld een spiegelreflexcamera niet goed is ingeregeld, kan je bij sneeuw lichtblauwe tinten krijgen. Een kwestie van even opnieuw instellen door de camera te richten op een wit vlak. Dan past ’t kleurengamma zich daarop aan.’’[3]
1. een reeks in elkaar overvloeiende bij elkaar passende kleuren
- Het woord kleurengamma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron Marco van den Berg“Zo maak je vandaag de beste sneeuwfoto's” (22-01-2019), Tubantia