Nederlands

 
Kleine lederkop (Philemon citreogularis)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne le·der·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine lederkop kleine lederkoppen
verkleinwoord klein lederkopje kleine lederkopjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine lederkopm

  1. (zangvogels) Philemon citreogularis   een zangvogel uit de familie van de honingeters. Nauw verwant aan deze soort zijn de timorlederkop (P. inornatus), mamberanolederkop (P. brassi) en kisserlederkop (P. kisserensis) die ook wel als ondersoorten worden beschouwd
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie