• klap·si·gaar
enkelvoud meervoud
naamwoord klapsigaar klapsigaren
verkleinwoord

de klapsigaarv / m

  1. een sigaar met een explosieve stof die ontploft tijdens het roken van de sigaar
    • Het kan zijn dat de guitige je voor de gek gaat houden, een leuke verrassing in petto heeft, je wil foppen, je een klapsigaar wil presenteren. Of hij/zij heeft een binnenpretje. Dik Trom ging guitig achterstevoren op een ezel zitten. Dat soort verschijningsvormen van de guitigheid kennen we allemaal. Maar het verklaart nog niet hoe het komt dat we erdoor overspoeld worden.[2]