klapperpistool
- klap·per·pis·tool
- samenstelling van klapper en pistool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klapperpistool | klapperpistolen |
verkleinwoord | klapperpistooltje | klapperpistooltjes |
het klapperpistool o
- (speelgoed) speelgoedpistool dat door kleine hoeveelheid kruit een hard geluid kan maken
- De schutter komt aan bij de Albert Heijn, waar Ramon Vleerlaag boodschappen doet. Hij hoort iets wat „lijkt op een klapperpistool”. Medewerkers dirigeren de klanten naar achter in de winkel. Ongeveer twee minuten hoort Vleerlaag schoten, met onregelmatige tussenpozen.[1]
- (pejoratief) een zeer licht vuurwapen
- Straks komt Sinn Fein-voorzitter Gerry Adams in een nieuw te vormen Noord-Ierse regering. Terwijl de IRA nog niet eens een klapperpistool heeft ingeleverd. Wat gebeurt er als eisen van Adams niet worden ingewilligd? Dan komt de IRA weer in actie. Je gelooft toch niet serieus dat al die terroristen plotseling pacifisten zijn geworden? Als ze zich gedeisd houden, is dat alleen maar tactiek.”[2]
1. speelgoed pistool dat door kleine hoeveelheid kruit een hard geluid kan maken
- Het woord klapperpistool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.