Nederlands

 
kimkiel aan de onder zijkant van de kiel
Uitspraak
Woordafbreking
  • kim·kiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kimkiel kimkielen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kimkielv

  1. (scheepvaart) strook die aan de wand van een schip vastzit om de stabiliteit te verhogen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

19 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen