1. Een kerstboomfeest in Noorwegen in 1969.
  • kerst·boom·feest
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstboomfeest kerstboomfeesten
verkleinwoord kerstboomfeestje kerstboomfeestjes

het kerstboomfeesto

  1. (feest) (kerst) viering in de midwintertijd waarbij men elkaar rond een versierde dennenboom ontmoet, met samenzang, lekkernijen en de uitwisseling van cadeautjes
     Omstreeks 1880 werd de houding ten opzichte van de kerstboom kritischer: het kerstboomfeest, met zijn overdadige geschenken, dreigde de boodschap van het kerstfeest te overwoekeren, meenden sommigen.[1]
     (…) in de kersttijd moet er aan allen op zee een pakje met een brief uit het moederland worden uitgereikt. Als het niet anders kan, worden deze pakjes aan boord uitgedeeld, maar als 'er een zeemanskerk in de buurt is, wordt daar het "Juletrefest" — Kerstboomfeest — gehouden. Deze avonden zijn zeer populair. Ze beginnen met het voorlezen van het Kerstevangelie en een korte preek. Daarna wordt er koffie met koek geserveerd en volgt er een gevarieerd programma, waarna de pakjes worden uitgedeeld. De avond eindigt met de traditionele gang rond de kerstboom, waarbij allen hand in hand om de kerstboom wandelen onder het zingen van bekende kerstliederen.[2]
     De voorzitter deelde mede, dat het voornemen bij de K.A.B. en de Middenstandsver. bestond om gezamenlijk het kerstboomfeest te vieren, doch dit plan moest helaas wegens gebrek aan voldoende zaalruimte worden opgegeven.[3]
      Natuurlijk heeft ook Denemarken zijn gebruiken en gewoonten. Sinterklaas kent men hier niet zoals wij Nederlanders dat doen. Daarom is het, net als in landen als Duitsland, Amerika en Engeland, de tijd om cadeautjes te geven en kaarten te sturen. Het Kerstfeest is het feest van de presentjes, versieringen en de sparreboom geworden. Meer niet. Laten we hopen, dat ons volk niet evenzo het Sinterklaasfeest met Kerstmis gaat vieren. Want hoe gezellig een versierde kamer, een kerstboom met brandende kaarsjes ook is, Kerstmis blijft als hoofdzaak: de tijd van inkeer en overdenking, het feest van de Vrede. Denemarken kent slechts: het Kerstboomfeest.[4]
  • Dit feest ontwikkelde zich vanaf de 16e eeuw als protestantse tegenhanger van het sinterklaasfeest. In de 20e eeuw is het meestal onderdeel geworden van het kerstfeest in gezinsverband, waardoor het woord niet meer gangbaar is.
  1.   Weblink bron
    Dick Ringlever
    Dichtbij & verder : Tannenbaum vader van de kerstboom in: Trouw  , jrg. 40 nr. 11736 (22 december 1982), p. 11 kol. 2
  2.   Weblink bron Zeemanskerk : oase op de tochten van zeevarenden in: Trouw  , jrg. 17 nr. 4373 (15 augustus 1959), p. 7 kol. 6/7
  3.   Weblink bron K.A.B. bijeenkomst in: Overijsselsch Dagblad (27 november 1950), p. 2 kol. 6
  4.   Weblink bron Met m.s. „Wota” naar de Oostzee : „Juldagen” in het land van Jensen, Svensen en Christensen (25 januari 1950) in: Nieuwsblad van Friesland, jrg. 76 nr. 11, p. 3 kol. 4