Nederlands

 
3. de kleur kermes
Uitspraak
Woordafbreking
  • ker·mes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kermes kermessen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] de kermesv / m

  1. (halfvleugeligen) benaming voor schildluizen uit het geslacht Kermes   en in het bijzonder de soorten waaruit een rode kleurstof wordt gewonnen
    Oorspronkelijk werden deze schildluizen niet als diertjes, maar ook wel als planten (besjes) gezien.
    • Trouwens, de kleur die bij ons karmijn of ook wel karmozijn heet (zo genoemd naar een insekt, de kermes), heet in het Spaans granate. [3]
  2. rode kleurstof die wordt gewonnen uit de vrouwtjes van bepaalde soorten schildluis als Kermes ilicis   en Kermes vermilio  ) die leven op de kermeseik Quercus coccifera  
    • Andere luxeartikelen waren zilver, goud, pelzen, metalen en kostbare verfstoffen zoals kermes, gewonnen uit de schaal van vrouwelijke insecten van het genus Kermes vermilio en de grondstof voor scharlaken. [4]
  3. (kleur) bepaalde rode kleur
Afgeleide begrippen
Meroniemen
Verwante begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord kermes kermessen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B] de kermesv / m

  1. Turkse fancy fair
    • Voor de derde keer organiseert de moskee een ‘kermes’, het Turkse equivalent van een braderie. De bedenkster hiervan, Sonay Peksert, spreek ik terwijl ze een shaggie rookt aan het picknicktafeltje buiten. (…) De kermes wil in elk geval precies het omgekeerde bereiken van de anti-islambeweging: verbinding. 
    • Bij de kermes, een soort fancy fair met traditionele hebbedingetjes, blijkt hoe sommigen worstelen met die identiteit. [5]
  2. (verouderd) jaarlijks feest met attracties
    • Twee keer 's jaars bakten ze koekebrood: op Beernem kermes de vierde zondag van september en vijf weken later op Gevaarts kermes, en ze hielden dan een brood over voor Alderheiligen. [6]
Synoniemen

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen