keerkringvogels
- (IPA in voorbereiding)
- keer·kring·vo·gels
- samenstelling van keerkring zn en vogels zn
- keerkringvogel zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keerkringvogels | |
verkleinwoord |
de keerkringvogels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord keerkringvogel
- meervoudsvorm als officiële benaming (keerkringvogelachtigen) Phaethontidae een familie van vogels die het grootste gedeelte van het jaar boven zee doorbrengen en vrijwel alleen tijdens het broedseizoen aan land te vinden zijn
- [2] vogels, chordadieren, dieren
- [1] faëton
- Het woord 'keerkringvogels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.