keeraafs
- keer·aafs
stellend | |
---|---|
onverbogen | keeraafs |
verbogen | keeraafse |
keeraafs
- in onjuiste, tegengestelde richting, in strijd met wat correct is
- ▸ Maar nu lees ik daar ook een paar mij werkelijk-verbazende uitspraken, b.v.: ‘Wij Belgen vinden Nederlanders warhoofden’. Dat vind ik onbegrijpelijk, ja volkomen keeraafs.[3]
- niet bereid om te doen wat anderen zeggen of het voorbeeld van anderen te volgen
- ▸ Als kind reeds was zij keeraafs: in alles tegen stroom op, geen werkenszin, vol zotte kuren, koppig als een os, vals als een kat, met vreemde voeren en manieren - te snel en te fijn uitgegroeid, preus in de kleren, wild, driftig, kittelachtig van bloed, met iets in haar doening waarvan geen mens kon weten wáár ze 't geërfd had, of uit welke orije het mocht ontstaan zijn.[4]
- kraafs (uitspraakvariant)
- [1] averechts, verkeerd
- [2] dwars, recalcitrant, tegendraads
- Het woord 'keeraafs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ keeraafs op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Reacties van lezers : Wiens das zit er nou scheef? in: Neerlandia., jrg. 67 nr. 4 (april 1963), Algemeen Nederlands Verbond, Den Haag, p. 62
- ↑ Weblink bron “De teleurgang van de Waterhoek.”, 7e druk (1970), Desclée de Brouwer, Brugge / Utrecht, p. 10