• keer·aaf·se

keeraafse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van keeraafs
     Kijk eens rondom u; 't moet nog in stad niet zijn; kijk eens hoevele keeraafse gezinnen er zelfs te lande wonen.[1]
  1.   Weblink bron
    Pé Vlamynck
    Een interview met… Fiel! in: Het Wekelijks Nieuws, jrg. 3 nr. 19 (8 mei 1948), p. 1 kol.1