averechts
- ave·rechts
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | averechts | averechtser | averechtst |
verbogen | averechtse | averechtsere | averechtste |
partitief | averechts | averechtsers | - |
averechts
- in omgekeerde richting.
averechts
- partitief van de stellende trap van averecht
- Dat is iets averechts...
- Het woord averechts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "averechts" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ averechts op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be