• kant·re
  • Afkomstig van het Nederlandse woord kenteren
Naar frequentie 71471
vervoeging
onbepaalde wijs kantre
tegenwoordige tijd kantrer
verleden tijd kantra
kantret
voltooid
deelwoord
kantra
kantret
onvoltooid
deelwoord
kantrende
lijdende vorm kantres
gebiedende wijs kantr
kantre
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

kantre

  1. onovergankelijk, (scheepvaart) kapseizen, kantelen, kenteren, omkantelen, omslaan, over kop gaan
    «Omkring 70 personer er savnet og 16 er bekreftet døde etter at en ferje kantret i Vest-Bengal i India lørdag formiddag.»
    Ongeveer 70 mensen worden vermist en 16 zijn na bevestigde berichten dood nadat in West-Bengalen in India een veerboot op zaterdagochtend kapseisde.

kantre

  1. gebiedende wijs van kantre


  • kant·re
  • Afkomstig van het Nederlandse woord kenteren
vervoeging
onbepaalde wijs kantre
kantra
tegenwoordige tijd kantrar
verleden tijd kantra
voltooid
deelwoord
kantra
onvoltooid
deelwoord
kantrande
lijdende vorm kantrast
gebiedende wijs kantr
kantra
kantre
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

kantre

  1. onovergankelijk, (scheepvaart) kapseizen, kantelen, kenteren, omkantelen, omslaan, over kop gaan